Inbouwverlichting is populair. Toch kun je er bij het installeren ook de mist mee ingaan. Om veelvoorkomende blunders en onnodige plafondschade te voorkomen, zijn hier negen tips voor succes
1. Probeer niet een hele kamer te verlichten met enkel inbouwspots. Het licht is dan namelijk te hard en je hebt dan nog extra lichtbronnen op ooghoogte nodig.
2. Leg met inbouwspots extra nadruk op mooie plekken in een kamer. Dat kan bijvoorbeeld ook een andere lichtbron zijn. Extra licht kan een kristallen kroonluchter bijvoorbeeld doen schitteren en de helderheid van het kristal verhogen.
3. Gebruik inbouwspots voor werkplekken en kleinere ruimtes, zoals het toilet en de badkamer. Het geconcentreerde licht komt het best tot zijn recht boven werkoppervlakken en in of op kasten.
4. Voeg dimmers toe. Inbouwspots zijn dan zowel een bron van helder licht als van sfeerlicht.
5. Plaats inbouwspots strategisch, zodat deze een voorwerp accentueren. Denk bijvoorbeeld aan een schilderij of ander kunstwerk. Vermijd een te strak patroon, want dan wordt de ruimte al snel te veel verlicht.
6. Wanneer je werkplekken verlicht, zoals een tafel of spiegel, plaats het licht dan niet recht boven de plek waar je wil gaan zitten of staan. Plaats het licht zo dat het recht voor je valt of gebruik twee lampen aan weerszijden van de plek.
7. Inbouwverlichting die je kunt richten, zorgt ervoor dat een smalle gang of kleine hal groter lijkt als je de verlichting op de wanden laat schijnen. In dit artikel vind je meer tips voor het inrichten van de hal.
8. Probeer halogeen lampen te vervangen door LED lampen. Dan bespaar je zowel op energie als op lampen. Vergeet niet de dimmer ook te vervangen, want LED-dimmers werken anders dan die van halogeenlampen.
9. Plaats inbouwverlichting in de dakrand van het huis om architecturale kenmerken of mooie plekken in de tuin te accentueren.