Tips voor het schilderen
Wie wil schilderen wordt geconfronteerd met een grote keuze aan verven. Maar niet alle producten dekken goed, gaan lang mee en zijn milieuvriendelijk. Bij het kopen moet je daarom op bepaalde kwaliteitsindicatoren letten.
RAL palet met gestandaardiseerde kleuren
Als je je eigen verf mengt, kun je ze meestal niet in dezelfde tint kopen, bijvoorbeeld om beschadigde plekken op de muur te repareren. Daarom is het aan te bevelen zogenaamde RAL kleuren te kopen. Deze is gebaseerd op een reeks kleurensystemen en kleuren catalogus die wereldwijd gebruikt worden. Deze bevatten elk een palet van gestandaardiseerde kleuren – heraankopen in dezelfde kleurtoon is meestal zonder problemen mogelijk.
Opaciteit: Besteed aandacht aan de ondergrond
Opaciteit geeft aan hoe goed een kleur een andere kleur kan bedekken:
Voor contrastrijke achtergronden moet een kleur met de hoogst mogelijke ondoorzichtigheid gekozen worden.
- Een binnenverf met lage dekkracht is meestal voldoende voor contrastarme oppervlakken zoals bijvoorbeeld een trap.
- De opaciteit van verf wordt door de EN 13300 norm in vier klassen verdeeld. Een verf met klasse 1 dekkracht zou het beste moeten dekken.
Natte slijtage: Robuust bij het schoonmaken
Als je lang van je vers geschilderde muur wilt genieten, moet je aandacht besteden aan de zogenaamde natte slijtvastheid van de verf. Dit geeft aan hoe bestand muurverven zijn tegen mechanische slijtage, bijvoorbeeld bij het schoonmaken van het oppervlak. Volgens de EN 13300 norm staat klasse 1 voor de hoogste natte slijtvastheid en wordt vaak gebruikt in ingangen van gebouwen en openbare gebouwen. Muurverven van klasse 5 zijn niet erg robuust.
Muurverven zonder conserveringsmiddelen
De meeste muurverven bevatten conserveringsmiddelen. Ze zorgen ervoor dat bacteriën en schimmels zich niet in de verf vermenigvuldigen en dat de verf zo lang mogelijk meegaat. Maar de conserveringsmiddelen die in verf gebruikt worden, zoals isothiazolinonen, kunnen allergieën veroorzaken. Intussen zijn er ook muurverven zonder conserveringsmiddelen. Ze hebben een andere pH dan gewone Sigma verf en zouden daardoor lang meegaan.
Tips: Schilder muren op de juiste manier
- Hoeveelheid verf: Meet de muur op en koop de juiste hoeveelheid verf die erbij past. Voor hoeveel vierkante meter de verf genoeg is, staat op de emmer aangegeven. Voor contrastarme plekken is één laag vaak voldoende.
- Bereid het oppervlak voor: Gaten en pleister beschadigingen kunnen meestal niet met verf verborgen worden. Vul en schuur daarom oneffenheden op voordat je gaat schilderen. Behandel de muur met een zogenaamde diepte primer. De vloeistof verhardt de ondergrond, zodat bij het schilderen geen deeltjes van de muur loskomen en zich met de verf vermengen.
- Bescherm de omgeving: Bedek de vloer met oude kranten. Maskeer lijsten, lijstwerk en moffen met afplaktape.
- Breng de verf aan: Roer de verf goed door in de emmer. Gebruik eerst een kleine roller of kwast om moeilijk bereikbare plekken onder handen te nemen. Verdeel de verf gelijkmatig en ook kruislings.
- Van boven naar beneden: Begin met het plafond, schilder later het onderste deel van de muur. Zo voorkom je spatten op pas geverfde plekken.
- Grote oppervlakken: Gebruik een telescopische steelverlenging en een grote roller.
- Gooi verfresten weg: Vloeibare verf mag niet in het toilet worden gedumpt of bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Het hoort thuis in een recyclagecentrum. Alleen gedroogde verf mag bij het huisvuil.